Eeuwenlang werd in ons land de zesdaagse werkweek gehanteerd. Echter kwam met de industrialisatie in de 19e eeuw ook de roep om een kortere werkweek op gang. Arbeiders in de fabrieken moesten namelijk vaak 75 uur per week werken en vaak ook deels op zondag. Daarnaast kwam kinderarbeid veelvuldig voor. Deze vorm van arbeid werd in 1874 afgeschaft en dit luidt het begin in van een strijd om een kortere werkweek. De eerste stappen richting een 40-urige werkweekNa jarenlange protesten en veranderingen in wetten, begon vanaf 1955 het Nederlands Verbond van Vakverenigingen zich sterk te maken voor arbeidsduurverkorting. In deze tijd gingen ook verschillende sectoren over op meerdere ploegendienst op een dag. Zodoende kon er niet efficiënter worden geproduceerd, ook kon er worden ingespeeld op een grotere vraag. Echter werd pas aan het einde van de jaren ’50 meer aandacht besteed aan humanisering en democratisering. Vanaf dit moment kwamen er pas wetten die gericht waren op het verkorten van de werkweek. Waarna in 1961 met een nieuwe wet de invoering van de 40-urige werkweek werd geregeld, urenregistratie werd echter wel steeds belangrijker. Nooit meer boven de 40Naar aanleiding van een nieuwe economische crisis in de tweede helft van de jaren ’70, werd er door de vakbeweging gestreefd naar invoering van 35-urige werkweek. Zo wilde ze meer mensen aan het werk krijgen. Uiteindelijk werd in plaats daarvan de VUT regeling ingesteld, om werknemers eerder met pensioen te laten gaan. Daarnaast werden in deze tijd ook andere regelingen getroffen waarbij de werktijd verkort werd. Urenregistratie was daardoor niet meer weg te denken uit de maatschappij. |
https://keeping.nl/urenregistratie |
